Eikels

Meerdere keren per dag is het raak.

Als ik word opgeschrikt door vallende eikels. Op het dak, in de goot, of op mijn autoruit. Het lijkt veel meer dan andere jaren. Toch maar eens op onderzoek uit. En inderdaad: er zijn dit jaar veel meer eikels dan voorgaande jaren.

Ongekend meer zelfs. Én ze vallen veel eerder dan gebruikelijk is van de boom. Dat alles heeft te maken met de droogte. Je zou denken dat er dan juist minder eikels zouden zijn, maar niets is minder waar. Ik las dat een boswachter zei: de boom wil zich voortplanten en deze vreselijke droogteperiode overleven door veel zaad te produceren. Want dat zijn eikels natuurlijk – een nieuwe eik in de dop. Ze vallen echter nu veel te vroeg van de boom af – ze zijn vaak knalgroen en klein. Ook dat komt door de droogte: de eik staat in de overlevingsstand staat en weegt af: waar gaat het water – lees: mijn energie – naar toe: naar de uiteinden van mijn takken of naar mijn wortels?

De natuur als metafoor voor de mens. Daar maak ik altijd dankbaar gebruik van. En het klopt, want in de basis zijn wij ook natuur. Er zijn mensen die zich daar heel erg van bewust zijn.

Die tot rust komen in de natuur – met de bomen om zich heen. Die zich kunnen afstemmen op de natuur, en er zodoende mee kunnen communiceren. Een paar weken geleden mocht ik het levensverhaal vertellen van een natuurmens in hart en nieren.

In de dagen na zijn overlijden moest het verhaal geboren worden. Daarbij word ik altijd geholpen, meestal door een beeld dat in mij opkomt. Dit keer werd ik geholpen door een luisterboek, waarin verteld werd over een ander boek: ‘De man die bomen plantte’ (van Jean Giono). Over een schaapherder in een afgelegen gebied in Frankrijk, die zijn leven wijdde aan het planten van bomen. Uit zorg voor de bomen én de mensen. Ooit was hij begonnen met het planten van eikels. Honderdduizend; daarvan kwamen er twintigduizend op, en daarvan zouden er tienduizend tot volwaardige eiken uitgroeien. En zo zou het ook gaan met beuken en berken. Een stug onophoudelijk doorwerken, dat is wat deze man deed. In totale eenzaamheid. Maar volkomen gelukkig. Hij liet zien dat geloof, hoop en liefde doen leven. En dat is wat de bomen ons nu ook laten zien. Geef de moed niet op! Er is voldoende te zaaien, als je het de kans maar geeft.

We staan wellicht in de overlevingsstand – in het klein (jezelf), wat groter (onze samenleving) en nog wat groter (de wereld), maar er kan altijd iets nieuws groeien. Ook al zal je dat niet altijd (meer) zien. En zo wens ik ons allemaal de gedachte van Maarten Luther toe:

‘Als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, dan zou ik vandaag een appelboompje planten.’

Met een hartelijke groet,

Helene Westerik

Comments are closed.