Ze loopt diep weggedoken in de kraag van haar winterjas. Van de kou, maar ook van het verlangen om even in zichzelf te zijn. Het is een drukke dag geweest. Met veel mensen en veel prikkels, zoals dat tegenwoordig heet. Zo, op het einde van het jaar vindt ze dat best lastig. Als kind had ze die tijd het heel fijn gevonden, in het dorp waar ze opgroeide. De periode na de herfstvakantie; als de dagen korter werden en het steeds vaker mistig was. Toen had ze er geen woord voor, nu noemt ze het Sinterklaasweer.
Op donderdag was het koopavond in het dorp, en vanaf half november begonnen de winkeliers met hun bonnenactie.
Elke winkel had zijn eigen kleur, en je kreeg een bon bij aankoop van een product. Elke week werd er een winkelier ‘getrokken’ en met de bonnetjes van diens kleur kon je korting krijgen op de Sinterklaas-en kerstaankopen.
Op een van de koopavonden kocht zij haar cadeautjes voor bij de Sinterklaasgedichten. Zonder gedachten of verlangen om die te kopen in een stad, waar ze ongetwijfeld meer keuze zou hebben. Hoe blij kon ze zijn met alles wat ze vond in die paar winkels in de Dorpsstraat.
Ook nu zal het weer Sinterklaas zijn, Advent en Kerst. De tijd van tradities, herinneringen en weemoed. De tijd van winterverhalen, het geboorteverhaal van Jezus, haardvuur, glühwein en warme chocolademelk. Bijzonder toch, dat dat blijft. Ook in een tijd waarin er objectief gezien niet zoveel gezelligheid en harmonie te bespeuren is. Ik zou kunnen schrijven over Advent en Kerst: het blijven geloven in de geboorte van het Licht, het gewone, eenvoudige eren; het zorgdragen voor de vreemdeling.
Ik zou ook dit jaar weer heel veel mooie woorden kunnen inzetten.
Maar, mijn pen wil iets anders. Gratis afbeelding van Pixabay – epiphanyvp
Mijn pen wil schrijven over het vertrouwen dat tradities, een oud verhaal, herinneringen en weemoed mij in het nu kunnen verwarmen. Nee, ik wil en hoef niet terug. Het leven leef je voorwaarts, en in het verleden blijven hangen blokkeert je levensweg.
Maar, alles wat goed was kan nog wel een functie hebben.
Reden te meer om mij te realiseren hoe het moet zijn als je herinneringen je verkillen, als je weinig of geen voorraad hebt voor als het winter is.
Wat prijs ik mij dan gelukkig.
Maar, dat geluk is ook een opdracht: om het niet te vergeten: de warmte en het geluk van toen, als onderdeel van mij.
Én om daarvan te delen – in het nu.
Niet met grote spectaculaire cadeaus of extravagante diners, maar met een warm welkom….ik hoor het ergens zingen:
Nu zijt wellekome…..
Helene Westerik