TER OVERWEGING

Er was een man die altijd op de vraag ‘hoe gaat het me je?’ zei: ‘Goed’.

Op een keer zeiden mensen met wie hij goed contact had tegen hem: ‘Waarom zeg je altijd dat het goed gaat met je? Het gaat toch ook wel eens niet goed? Je bent toch ook wel eens verdrietig?’

Hij antwoordde: ‘Wie zegt dat het niet goed gaat met me gaat als ik verdrietig ben?’

De anderen: ‘Je kan dan toch gewoon zeggen dat je verdrietig bent?’

Hij: ’Maar als ik zeg dat ik verdrietig ben, denken jullie dat het niet goed met me gaat. Terwijl dat helemaal niet zo is. Als ik blij ben gaat het goed met me, en als ik verdrietig ben gaat het ook goed.’

Ik hoorde het gesprek aan en het liet me niet los. Ik kon me de vraag van de anderen voorstellen. Soms zeggen mensen altijd ‘goed’ op de vraag hoe het met ze gaat om zich groot te houden. Ze willen niet zwak zijn. Ze willen of kunnen hun gevoel niet tonen. Ze vinden dat het niemand iets aangaat als er iets met ze is of als ze zich ergens zorgen over maken.

Dat ‘groot houden’ kan voor anderen vervelend zijn. Je hebt zo geen echt contact.

Soms krijgt iemand die altijd ‘goed’ zegt daar zelf last van als hij/zij zich helemaal niet lekker voelt. Als je een beetje depressief bent is het soms helemaal niet prettig om je groot te houden. Die mensen besluiten dan ook meestal om gewoon te zeggen: het gaat niet goed.

Ik hoorde dat in Twente de uitdrukking bestaat: ‘het past niet vandaag’. Dat betekent: ik heb m’n dag niet.’ Niets ernstigs , maar vandaag wil het niet.

Maar de man uit het gesprek boven bedoelde het allemaal anders.

Hij bedoelde dat het leven niet alleen uit vrolijkheid bestaat. ‘Het gaat goed’ betekent vaak: ‘ik ben blij en opgewekt en gelukkig’. Als of dat het echte leven is. ‘Verdrietig zijn’ is dan ‘niet goed/slecht’. Gelukkig zijn is positief, verdrietig is negatief.

De man in het gesprek wil helemaal niet in termen van positief of negatief denken. Hij probeert te zijn wat hij is: vrolijk als hij vrolijk is, verdrietig als hij verdrietig is. Beide is goed. Beide horen bij het leven. Hij wil niks wegdrukken of inslikken om zich groot te houden. Hij hoeft niet te doen alsof. Hij hoeft niet te denken: ik ben nu verdrietig, maar ik hoor eigenlijk vrolijk te zijn.

Onze cultuur verandert steeds meer in een cultuur van het succes. Als moet voor de wind gaan, snel. Alleen succes en roem tellen.

Maar houden we ons zelf niet voor de gek? Bij leven hoort sterven. Bij gezond zijn hoort ziek zijn, bij blijdschap hoort verdriet. Jong zijn wordt vanzelf ouder worden. Zo is gewoon het leven. Als we doen alsof dat niet zo is of niet zo hoort te zijn, krijgen we het heel moeilijk als het toch anders blijkt te gaan.

Als we te maken krijgen met een sterven, worden we verdrietig. Maar het gaat eerder met slecht met ons als we dan niet mogen huilen, dan wanneer we wel huilen. Zo gezien kan je inderdaad zeggen dat het ‘goed gaat’ als iemand huilt.

Maar ook omdat leven blijdschap én verdriet inhoudt. Omdat leven lachen én huilen is. Je kan inderdaad niet zeggen dat het een wel en het andere niet goed is.

Menso Rappoldt

Comments are closed.