Stilleven

Een paar dagen geleden plukte ik wat bloemetjes uit de tuin. Hoe mooi de boeketten uit een winkel er vaak ook uit zien, niets kan op tegen de bloemen die ik zelf pluk. Ik wilde er een foto van maken voor jullie, en maakte met een paar andere dingen een stilleven. Wat een mooi woord eigenlijk: ‘stilleven’. Wat je ziet is uit het leven gegrepen, maar staat stil. Dat stilstaan legt de foto vast. Of een schilderij met diezelfde naam: stilleven.

De definitie van stilleven is: ‘een artistieke compositie van roerloze of levenloze objecten, die met zorg zijn belicht’.

Toepassend op mijn stilleven klopt dat bijna helemaal: je mag het artistiek noemen, alles is met zorg neergezet, de keuze voor de inval van het licht is met zorg gemaakt, en de objecten staan roerloos. Maar, levenloos, dat vind ik ze zeker niet.

Het glas bijvoorbeeld is een heel oud glas uit onze familie. Prachtig geslepen met mooie motieven. Erin staan de hartjes op prikkertjes die ik eens uitdeelde in een dienst. De liefde koesteren vanuit vorige generaties, daar staat het voor – en dat is niet levenloos.

Voor mij leven de bloemetjes, ook al zijn ze geplukt en dus afgesneden van hun voedingsbron. Het is het water dat hen nu leven geeft. De lelietjes van dalen geuren nog steeds, en de vergeet me nietjes stellen mij doorlopend hun vraag: vergeet me niet. En alle bloemetjes tezamen vertellen mij het verhaal van een nieuw seizoen, van de schoonheid en de onvoorstelbare creativiteit van de schepping. Ze vertellen mij ook het verhaal van vergankelijkheid. Van alles wat leeft en uiteindelijk sterft. Daarom vind ik dat gedicht van Ariena Ruwaard zo mooi: het leven is niet oneindig, maar het is er, vandaag, dus LEEF.

Tot slot houden de bloemetjes mij een spiegel voor: alles wat je afsnijdt van de voedingsbron houdt het niet vol. En dat is de brug naar Pinksteren, dat dit jaar erg laat valt. Het is nog maar de vraag of de Pinksterbloemen dan nog bloeien. Maar daardoor is de opdracht aan ons nog helderder: blijf zorgen voor een goede voedingsbodem, zodat je kunt blijven bloeien. Misschien niet zichtbaar, maar wel in jezelf. Geef nooit het leven van jezelf of van een ander op. We zijn bedoeld om te léven. En als het dan toch eindigt, omdat je niet meer kunt, lichamelijk of geestelijk, draag elkaar dan naar het einde toe. Heel stil – als een stilleven. Ook dat is bloeien. En wat de voedingsbodem dan is? Dat is de vraag van Pinksteren – dat is de vraag aan jouzelf. Wat motiveert en helpt jou om te léven? Misschien denk je: ach, weer zo’n vraag, maar het is zó nodig om je steeds maar weer te herijken op je basis, op je Bron, op dat wat jou doet leven.

Met een hartelijke groet,

Helene Westerik

Comments are closed.