In de vakantie las ik een biografie van de Amerikaan Thomas Merton (1915-1968)

Al jong verloor hij zijn ouders.

Als student leefde hij een bijzonder ruig leven waarin hij o.a. een kind verwekte. Soms kwam hij in aanraking met  (sporen van) geloof in een enkele viering die hij bijwoonde of als hij een kerk binnenliep. Hij leefde in een atheïstische omgeving en voelde zich korte tijd aangetrokken tot het communisme.

Van geloof moest hij niets hebben en zeker niet van het katholieke.

Maar was er iets dat hem raakte en een stem die hem riep om kloosterling te worden, werd steeds sterker.

Hij werd eerst afgewezen vanwege zijn leven als jongere, maar trad toch toe tot de orde van Trappisten en voelde daar de behoefte om kluizenaar te zijn.

Voor veel vrijzinnigen is dit een moeilijk te volgen weg. Een stem die ons roept van binnen om anders te leven – daar kunnen we ons wel iets bij voorstellen. Maar lid worden van een katholieke orde en kluizenaar willen zijn?

Merton meldde zich vlak voor de Tweede Wereld oorlog uitbrak in het klooster toen leeftijdgenoten werden opgeroepen voor het leger. Koos Merton voor de makkelijke (uit)weg? Hij zegt zelf dat hij met dezelfde bedoeling als van een soldaat het klooster in ging: om zijn leven op het spel te zetten.

Het verschil met de soldaten is dat Merton grote vragen had bij de wereld.

Is wat in de wereld belangrijk wordt gevonden wel de moeite waard?

Door de herrie in de wereld zijn veel mensen doof geworden voor hun geweten, zegt hij. Merton verlangt ernaar dat lawaai achter zich te laten in het klooster. Over de samenleving schrijft hij: ‘We leven in een maatschappij die er helemaal op is gericht om elke zenuw van het menselijk lichaam te prikkelen en haar in de hoogst mogelijke spanning te houden, om elk menselijk verlangen op te rekken tot het maximale en zoveel mogelijk nieuwe verlangens en kunstmatige begeerten op te roepen om ze daarna te voorzien van de producten uit onze fabrieken, drukpersen, filmstudio’s en de rest’.

Merton koos de stilte.

En mensen met een druk en jachtig leven hebben vaak een verlangen naar stilte. 

Voor mensen die oud worden, contact met familie verliezen en geïsoleerd waren in de lock-down, kan stilte een gevangenis zijn. Dan is elk contact een raam waardoor je leven vergroot wordt en waardoor je worden gezien.

Mensen die zich alleen voelen in een stilte waar ze niet voor kozen, beseffen hetzelfde als Merton: dat velen zich zo druk maken dat ze de essentie van het leven uit het oog verliezen. Namelijk dat je aandacht hebt voor elkaar, aandachtig bent bij wat je doet en aandacht hebt voor wat het leven tot leven maakt.

Voor Merton was dat leven met God.

Hij zag God niet als figuur, maar als leven in een helderheid waarin duidelijk is waar het echt om gaat.

Als drukke mensen stil worden en met aandacht leren leven, kan dat de doodse stilte waar anderen onder lijden, doorbreken.

Met een hartelijke groet,

ds. Menso Rappoldt

Comments are closed.