Wanneer besta je?
Soms zegt iemand: ‘Het lijkt wel of ik niet besta’. Daarmee bedoelt diegene dat hij/zij niet door anderen gezien of gehoord wordt. Als je niet meer mobiel bent en helemaal geen bezoek krijgt, kan je ook het gevoel krijgen dat je niet (meer) bestaat voor anderen.
‘Bestaan’ in religieuze taal (taal waarmee je het leven beschouwt) is anders dan in het biologisch leven. Want iemand die biologisch dood is, bestaat nog steeds in herinneringen en gedachten van naasten.
Religieuze taal ziet alles in relatie (‘religie’ betekent verbinden): Ik wordt niet gezien omdat ik besta, maar ik besta omdat ik gezien wordt.
De essentie van ons leven tekent zich af in relaties die wij al dan niet hebben met anderen, met de wereld, en met onszelf. Wat kleurt die relatie? Draait het om onszelf, omdat wij het belangrijkste zijn? Draait het om bezit, zodat we zoveel mogelijk eigendom vergaren? Draait het alleen om anderen, wat koste gaat van onszelf?
Of draait het om de liefde waarin alles en iedereen wordt gezien en telt?
‘Geloven’ wordt door niet-gelovigen vaak gezien als geloven dát…: geloven dat God bestaat, dat er een hemel is, dat Jezus echt heeft geleefd, echt water in wijn veranderde of echt is opgestaan uit de dood.
Geloven is echter veel meer het aangaan van een relatie met de wereld, met anderen, met jezelf en bewust worden van wat daarin het belangrijkste (hoogste) is. Dat belangrijkste wordt vaak benoemd als Liefde, Waarheid, Schoonheid of God.
Paulus schrijft: het is de Liefde.
Het maakt zoveel uit of je de wereld om je heen in relatie ziet of niet. Je leven wordt zoveel rijker als je beseft en voelt dat je verbonden bent als mensen met elkaar, als mens met de natuur, als mens met dieren. Het geldt zelfs voor dingen. Ook daar kan je iets bij voelen, bijvoorbeeld omdat ze een bepaalde betekenis hebben of herinnering met zich meedragen.
Een leven zonder enige relatie met andere mensen en de wereld is niet goed voorstelbaar. Want in het omgaan met elkaar, het zorgen voor elkaar en samen optrekken ben je iemand.
In een dorp is de gemeenschap belangrijker dan in de stad.
Omdat een dorp kleiner is, is het van belang dat je met elkaar de voorzieningen in stand houdt en er voor elkaar bent.
Soms kan een dorp beklemmend zijn als er te veel op elkaar wordt gelet en mensen elkaar veroordelen. Maar een dorpsgemeenschap kan ook sociaal zijn.
Het hangt af van wat de basis is van de onderlinge relaties. Als het de liefde is, zit het wel goed. Liefde is het makkelijkst naar mensen met wie je vertrouwd bent.
Maar met liefde als grondhouding vind je ook manieren om om te gaan met mensen die heel anders zijn en zelfs met anderen die je niet zo mag. Omdat je beseft dat je elkaar nodig hebt.
ds. Menso Rappoldt