Op een dag, tijdens een van mijn wandelingen, zie ik ineens heel bewust de dennenbomen. Dennenbomen die er altijd staan, en die dus niet bestemd zijn voor de kerstbomenmarkt. Ze ruiken heerlijk; een beetje fris, een beetje harsig. Of het echt dennenbomen, of sparren zijn, dat weet ik niet. Zo ver reikt mijn kennis niet. Wat ik wel weet, is dat de kerstbomen die veel mensen in huis halen niet (zo sterk) ruiken, omdat het Nordmannen zijn. Die zijn gewild, omdat ze naaldvast zijn, maar ze ruiken vrijwel niet. Voor de geur kun je dennengeur kopen, als spray of als geurstokjes.
Maar ik weet niet of dat zo gezond is….
Mijn herinneringen aan de kerstboom thuis, zijn zo’n 40 jaar oud. Het fijnste was het om mijn lievelingsdingen in de boom te mogen hangen. Een huisje met poedersneeuw en een vogel met een zachte witte staart. Met zo’n knijpertje aan de pootjes. Het huisje en de vogel zijn er nog, maar ik heb zelf nooit meer zulke mooie bomen gehad als toen, in het thuis van mijn jeugd.
De laatste jaren kunnen we in de dagen voor kerst op TV kijken naar Joris’ kerstboom, of we kunnen er naar toe als er ergens in onze buurt zo’n kerstboom op een plein staat.
Een boom waarin mensen de foto van iemand kunnen hangen die heel belangrijk voor hen is, of die ze missen. Foto’s met verhalen, die Joris Linssen bij de mensen naar boven haalt.
Als ik er naar kijk, denk ik: de kracht van een ritueel. Want het vertellen van je verhaal, het ophangen van een foto, dat kan helend werken. Het kan ook helpen om je gedachten en gevoelens te bepalen, op dat moment – een moment zo anders dan alle andere.
Momenten die je nooit vergeten zult.
Misschien een mooie vraag voor ons allemaal: voor of van wie zou ik dit jaar een foto in de kerstboom willen hangen?
Ik doe het bij deze voor alle gedupeerden van systemen die uit de rails gelopen zijn. Door wantrouwen en het niet willen nemen van verantwoordelijkheid.
Denk aan de toeslagenaffaire en de aardbevingen in het Noorden van Nederland. Om een gezicht te geven aan al die mensen die ten onrechte (nog) niet kregen waar ze recht op hebben: misschien wel ten diepste ‘erkenning’. Maar ik wil het ook doen voor al die mensen die onderdeel zijn van de bewuste systemen en zichzelf nu afvragen, en soms ook moeten afvragen, waar of waarom ben ik de mens uit het oog verloren?
En als ik dat doe, die foto’s ophangen, dan prijs ik mezelf niet gelukkig omdat ik niet gedupeerd ben, of denk ik niet dat het mij niet overkomen zou zijn, maar dan hoor ik die ene zin, aan het begin van het verhaal waarmee alles ooit begon: Mens, waar ben jij?! Want ja, we zijn wél elkaars ‘broeders en hoeders’.
Hartelijke groet, Helene Westerik